Page 21 - DRN Newsletter
P. 21
Roemenië kwam op mijn pad via een ondernemer die op zoek was naar iemand met kennis van plantenteelt. Nou,
die heb ik. Deze partner was uiteindelijk niet geïnteresseerd om op het Roemeense platteland te werken, maar ik
dacht: het is nu of nooit.
Samen met een Belgisch gezin kon ik een graanbedrijf overnemen. Graan is een makkelijk te telen gewas en de grond
in de regio Craiova bleek zeer goed en geschikt, zelfs voor diverse andere gewassen. Sinds 2019 zijn we op een paar
hectare pioenrozen gaan telen. Dankzij onze afzetmarkt in Nederland konden we binnen een paar jaar flink
opschalen. Ik heb geïnvesteerd in zaken als oogstbanden, koelcellen, enzovoort, en in het opleiden van vakbekwame
vaste medewerkers, die nu echte productspecialisten zijn. Omdat we hun kennis willen behouden en de technische
middelen waarin we hebben geïnvesteerd optimaal willen benutten, zijn we ook rozenbottels gaan telen, die als
sierteeltmateriaal in de bloemenhandel worden gebruikt. Door slimme spreiding met verschillende gewassen zijn we
nu bijna het hele jaar door actief. Wat ik zo mooi vind aan Roemeense werknemers, is dat ze er echt voor gaan. Ze
zijn loyaal en flexibel, en ze vinden het niet erg om een paar extra uren te maken. Natuurlijk moet je als werkgever
ook bereid zijn om soms een beetje mee te buigen. Dat is misschien wel het grootste contrast met Nederland, waar
alles tot op de minuut vastgelegd is in regels
en procedures.
In relatief korte tijd heeft Peter, net als ik,
Roemenië flink zien veranderen. Hij vertelt
hoe hij dat heeft ervaren: “Wat ik echt mooi
vind, is dat de ontwikkeling van ons bedrijf
eigenlijk parallel loopt aan de ontwikkeling
van het land. We zijn helemaal opnieuw
begonnen en hebben het vanaf het begin
goed aangepakt, met investeringen in de
nieuwste technieken, zonder ons te laten
belemmeren door de noodzaak om oude
technologie te vervangen. Je ziet dezelfde
trend in heel Roemenië, vooral in de
steden. Toen ik naar Roemenië verhuisde,
wensten mensen in Nederland me succes.
Nu, als ik bezoek krijg, merken ze vaak geen verschil tussen Craiova en andere grote steden in West-Europa. Vooral de
jongere generatie onderscheidt zich qua houding en mentaliteit niet veel van hun leeftijdsgenoten in heel Europa.”
Peters verhaal laat eens te meer zien dat zakendoen in Roemenië veel minder exotisch is dan het op het eerste
gezicht lijkt, en de verschillen worden in rap tempo kleiner. De professionalisering en schaalvergroting van het
Roemeense platteland is in volle gang, grotendeels dankzij de tomeloze inzet van mensen zoals Peter Rottier en de
circa 3500 Nederlandse ondernemers die samen met hem in Roemenië actief zijn.